Stuwwal.
Erve ‘t Putke (62 meter boven NAP) ligt op de Stuwwal van Ootmarsum die zich uitstrekt van Ootmarsum tot het zo’n 16 kilometer noordelijker gelegen gebied rond Wilsum (Duitsland).
Kaart: Topographic-map.com
De Stuwwal van Ootmarsum is vooral ook bekend om de Kuiperberg (71 meter boven NAP), je kan van daar uit goed zien wat de ijsmassa’s hebben betekend voor het Twentse landschap.
Uitzicht vanaf de Kuiperberg, Foto: Frank wandelt
Het hoogste punt van de stuwwal is de net over de grens gelegen Poascheberg (89 meter boven NAP), er is een uitzichtpunt met een prachtig uitzicht. De stuwal naar het noorden volgend, loop je er in ruim een uur naar toe (uitsnede Google Maps).
Vanaf Erve ‘t Putke, zie je in oostelijke richting de Alte Kirche am Markt in Nordhorn (voet op 23 meter boven NAP, hemelsbreed 13 kilometer ver weg ) met op de voorgrond de Westerveld Möl in Lattrop. Ook goed te zien is de H.H. Simon en Judaskerk in Lattrop (voet op 20 meter boven NAP, hemelsbreed 7 kilometer ver weg). In zuidoostelijke richting zien we het hoogste punt van de Stuwwal van Oldenzaal (81,1 meter boven NAP, hemelsbreed 11 kilometer ver weg) met daarop de Koepel van Egheria. Met een goede verrekijker moet je vanuit de koepel ook Erve ‘t Putke kunnen zien liggen.
De Stuwwal van Ootmarsum is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, het Saalien (238.000-126.000 jaar geleden). Tijdens het jongste deel van het Saalien was het noordelijk deel van Nederland bedekt met de uitlopers van een ijskap vanuit Scandinavië. Het ijs liet afzettingen achter, zoals keileem, zwerfstenen en fluvioglaciale afzettingen. Daarnaast waren er allerlei landschapsvormen ontstaan, waarvan sommige nog opvallend in het landschap aanwezig zijn, zoals ook de Stuwwal van Ootmarsum.
Anders dan bijvoorbeeld de Sallandse heuvelrug en de stuwwal van de Veluwe, die vooral uit rivierzanden zijn opgebouwd, bestaan de Twentse stuwwallen voor een groot deel uit zeer ondoorlatende Tertiaire diepzeeklei. De fosforieten op Erve ‘t Putke vertellen ons daarbij veel over de geschiedenis van die zeeklei; bij het breken van deze knolvormige stenen is het mogelijk miljoenen jaren oude haaientanden of ander organisch materiaal aan te treffen; ook bij ons op het erf werd zo meerdere malen een haaientand gevonden.
Wervelvormige fosforiet, vindplaats Erve ‘t Putke.
Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien (116.000-12.000 jaar geleden), stroomden vanaf de stuwwal enorme hoeveelheden erosiemateriaal als een met water verzadigde brij het laagland in, waardoor ruime en brede dalen ontstonden. Toen de ondergrond ontdooid was en neerslag kon wegzakken in de bodem bleven op nagenoeg alle stuwwallen in onze streken erosiedalen achter : de droge dalen (typenaam, R21 Droogdal). De dalen zijn trouwens niet echt droog; dat komt door de bedekking met grondmorene en de gestuwde kleiige afzettingen, waardoor het huidige regenwater deels oppervlakkig afstroomt.
Op een geomorfologische kaart is goed te zien dat een Droogdal doorloopt tot in de noordoost hoek van het perceel van Erve ‘t Putke.
Het Droogdal gezien op zo’n 400 meter oostelijk van Erve ‘t Putke, Bron: Google Streetview
Op de geormorfologische kaart is te zien dat het Droogdal doorloopt tot op het perceel van Erve ‘t Putke (links op de kaart), Bron: Dinoloket, BRO Geomorfologie 2019
Hoog op de stuwwal zijn er bronnen. Vanwege de natte en zwak zure tot basenrijke omstandigheden, komen er vegetaties voor die op Europees niveau bijzonder zijn. De Kersberg overwandelend, kom je vanaf Erve ‘t Putke, na zo’n 20 minuten bij het Springendal waar prachtige voorbeelden van deze bronnen te vinden zijn.
Bron op het hooggelegen deel van de Stuwwal van Ootmarsum, in het natuurgebied het Springendal. Foto: Ootmarsum-Dinkelland.nl
Bodemprofiel
Als je op de noordoosthoek van Erve ‘t Putke een kuil graaft, stoot je al gauw op roestkleurige brokken grond: ijzerafzettingen! Kijkend naar de bodemkaarten van ons gebied is ook wel te begrijpen waarom, we hebben hier te maken met een Veldpodzolgrond. Deze grondsoort is ontstaan in gebieden waar het water niet via een beek kon worden afgevoerd, maar ter plekke moest bezinken. Op deze Wikipediapagina wordt meer in detail uitgelegd hoe het kan dat we hier dan ijzer vinden.
… .
Veldpodzolgrond en Hoge bruine emkeerdgrond op Erve ‘t Putke, Bron: Dinoloket, BRO Bodemkaart 2018
Aan de zuidkant van het perceel vinden we geen ijzerafzettingen, het is dan ook wel te verklaren dat hier de oude Bentheimer zandstenen put is te vinden. Als we aan deze kant van de boerderij een kuil graven stoten we al snel op een grijs-groene slecht water doorlatende bodemlaag. Op de website van het Dinoloket vinden we meer informatie over het bodemprofiel op een nabijgelegend punt.
Op de plek van onze nieuw gegraven waterput (in de zuidoosthoek van het perceel, doorsnede 40 cm) komen we op verschillende dieptes dunne grindlagen tegen, het is vooral via deze aquifers dat de put steeds met vers water wordt gevuld. Afgaand op de dwarsdoorsnede van de stuwwal ter hoogte van de Kuiperberg (hemelsbreed 800 meter van ons vandaan) mag je verwachten dat de laag (die daarna komt?) uit oude zeeklei bestaat en nog zo’n 40 meter verder de grond in gaat.
Dwarsprofiel Stuwwal van Ootmarsum ter hoogte van Reutum-Ootmarsum, Bron: Van Den Berg & Den Otter, 1993